Tertiaire gewelfrib0000.0011

 

 Literatuur

 

 engels

- Fleming, John & Hugh Honour & Nicolaus Pevsner, Dictionary of Architecture. Harmondsworth (Penguin) 1985 3e editie, 6e druk. [356 blz. ISBN 0.14.051013.3]. Hierin: blz. 335 ("Lierne. A tertiary rib, that is, one wich does not spring either from one of the main springers or from the central boss. A lierne vault is a ribbed vault with liernes" - dit is de relevante tekst volledig)
(Opmerking: wanneer een niet-primaire rib de centrale sluitsteen raakt, wordt deze meestal een lierne genoemd, en dus niet een tierceron. - jp0317)

- Harris, John & Jill Lever, Illustrated Glossary of Architecture 850-1830. London (Faber and Faber), 1966. [304 blz. SBN 571.09074.5] (met ca 250 foto's, deels met benoeming van termen). Hierin blz. 72 ("Lierne ribs: secondary ribs which do not originate either from the main springers or the central boss, and are employed as decorative links between the main ribs and the tiercerons." - dit is de volledige tekst), afb-nr 38. (Opmerking: wanneer een niet-primaire rib de centrale sluitsteen raakt, wordt deze meestal een lierne genoemd, en dus niet een tierceron. Vermoedelijk wordt door Harris alleen een onderscheid gemaakt tussen primaire (niet zo benoemd) en secundaire ribben (als zijnde alle andere soorten). - jp0317)

 duits

- Koch, Wilfried, Baustilkunde. Das grosse Standardwerk zur europäischen Baukunst van der Antike bis zur Gegenwart. München (Orbis), 1994. [528 blz. ISBN 3.572.00689.9] Hierin: blz. 194 ("Tierceron = Nebenrippe, führt von der Jochecke zur Scheitelrippe oder zur Querrippe, aber nicht zum Hauptschlusstein", benoemd als "Rippe 2. Grades" = secundaire rib. "Lierne" wordt benoemd als "Rippe 3. Grades" = tertiaire rib)